Haagbeuk( Carpinus betulus) en Beukenhaag( Fagus sylvatica)
De haagbeuk en de beukenhaag zijn beiden inheemse bomen, die als haag gesnoeid kunnen worden.
Vanwege de Nederlandse naam worden deze 2 bomen vaak verward. Beide bomen staan op de parkeerplaats voor het clubhuis in de beukenhaag langs de opslagplaats van de greenkeepers. De haag om de tuin van het huis is een haagbeukenhaag.
Verschillen:
- In de winter behoudt de Beuk beter zijn blad.
- In het voorjaar komt de Haagbeuk enkele weken eerder in blad.
- De Beuk heeft in het voorjaar jonge bladeren die met dons bedekt zijn
- Haagbeuk groeit sneller en stelt minder eisen aan de grond waarin hij staat. De Beuk heeft een glad, gaafrandig blad en de Haagbeuk heeft een dubbel- getand, ruw blad.
- De nootjes van de haagbeuk hangen in trossen van 8 paar. Het omhulsel van de vrucht is 3-slippig, waarbij de middelste slip langer is dan de andere 2.De nootjes van de beuk zitten in de bladoksel in een 4-slippig napje. 2 eetbare nootjes per napje.
De Haagbeuk is een waardplant voor de Meikever en de larven van een groot aantal vlinders. De Appelvinken en de Boomklevers zijn dol op de zaden van de haagbeuk.
